Het is zondagmiddag in Parijs. De SILMO beurs hebben we na twee intensieve dagen van ‘brillencollecties samenstellen’ vol positieve energie achter ons gelaten. We nemen de metro in het noorden van Parijs in de ‘beruchte’ buurt St-Denise en stappen een half uur later uit bij Hôtel de Ville. We lopen naar ons hotel aan de Rue Mahler, melden ons bij de receptionist en droppen onze bagage in de hotelkamer. We willen geen moment verloren laten gaan en meteen genieten van het fantastische nazomerweer en het gezellige gewoel buiten.
We vermijden de veel te drukke toeristenstraat Rue Rivoli en zwerven op onze intuïtie door de zijstraten van Le Marais, een historische wijk in het 3e en 4e arrondissement van Parijs.
Het is een karaktervolle, hippe en levendige buurt. Alles ademt hier mode en trends. Zowel in de kleding van de mensen op straat, het eten op de menukaarten als de inrichting van de kleine boetiekjes en restaurantjes.
We slenteren naar het ongeëvenaarde Place des Vosges. Een plein dat aan het begin van de 17e eeuw werd gebouwd en waar in een van de huizen schrijver Victor Hugo zijn beroemde boek De Klokkenluider van de Notre Dame schreef.
We drinken een drankje op het terras onder de historische arcades van La Place Royale. Het voelt als een volmaakte Indian Summer à Paris.
Het slenteren en de wijn hebben ons hongerig gemaakt. We lopen richting Rue des Rosiers om bij L’ As du Fallafel, de beste falaffel van Parijs, onze eerste honger te stillen met een meeneem-versie falaffel.
Terwijl we met ons broodje in de hand door de Rue des Francs Bourgeois lopen, galmen er in de verte muziekklanken. Ik herken direct het bekende Franse chanson La Vie en Rose van chansonnière Édith Piaf.
We komen dichterbij. Op het trottoir staat een gezelschap van drie muzikanten met veel bezieling te musiceren. De een op een banjo, de ander op een contrabas en een derde bespeelt de saxofoon. Het lied past perfect in deze setting. De mannen lijken te zijn weggelopen uit een kleurig schilderij uit vervlogen tijden.
Dan valt mijn oog op de tamelijk oude, spichtige dame naast de heren op de stoep. Ze is gekleed in een olijfgroene mantel, draagt nonchalant een baret op haar hoofd en straalt een zekere flamboyante eenvoud uit, die ik moeilijk kan omschrijven. Ze beweegt – op een iets stramme manier - op het ritme van de muziek.
Wat haar functie binnen dit muziekgezelschap precies is, is mij niet duidelijk. Dat ze zich thuis voelt bij dit ensemble is daarentegen overduidelijk. Ik word geraakt door deze artistieke en ook wel tijdloos ogende madame. Ondanks haar behoorlijke leeftijd lijkt ze la vie door de ogen van een kind te beleven. Ongeremd en zonder gêne.
We leven in een maatschappij waar de imperfecties van het ouder worden angstvallig onder het tapijt worden geschoven. Jong blijven, wint het vaker van wijzer worden… Wanneer je de media moet geloven, is ouder worden niet bepaald iets waarop je je zou moeten verheugen. En omdat ik inmiddels ook ben aangekomen in ‘de tweede helft’, baart dat gegeven mij zo nu en dan wel eens zorgen.
Na het zien van deze levenslustige en krasse dame die kleur en vrolijkheid brengt en een glimlach op mijn gezicht tovert, word ik er weer eens van overtuigd dat het tweede levensdeel zoveel meer met zich meebrengt. Inspiratie, relativering, balans, zelfvertrouwen, minder druk om mee te gaan in de waan van de dag, verdieping, hernieuwde vrijheid.
Het leven is een mysterie; een avontuur waar nog elke dag – ook al zijn we de 80 gepasseerd – nieuwe dingen te ontdekken vallen. Maak je eigen bubbel van blijdschap, ‘verberg’ jezelf niet en laat dat stukje paradijsvogel - dat in ieder van ons schuilt - zien!